Een deel uit het wetenschappelijke artikel van Kiene Brillenburg Wurth, Literature and Comparative Media, Utrecht University Faculty of Humanities, naar aanleiding van gesprekken over het schilderij Forest of Dean.
Daoïstische verbondenheid
Zes jaar geleden begon de Nederlandse schilder Jacques Grégoire door Europa te wandelen om de versnelde effecten van klimaatverandering op de natuur waar te nemen en vast te leggen in tekeningen en schilderijen. In 2019 betrad hij het Forest of Dean. Het was een moeilijke plek om te vangen:
Het tafereel toonde ogenschijnlijke chaos en dichtheid in groei, maar ook een open plek met gevallen, met mos bedekte bomen teder gearrangeerd. Grégoire bestudeerde de scène op zo’n diepe en gefocuste manier dat hij er intiem mee werd. Toen zag hij echt. Wat hij voor chaos had gehouden, bleek in feite een complex web van relaties te zijn, en wat hij voor dichtheid had gehouden, was juist openheid: een mogelijkheid om te worden, te verbinden, te versmelten en te groeien. De schijnbare wanorde die hij tegenkwam, was een doelbewust proces van biodiversiteit, waarbij het leven na de dood van bomen voeding geeft aan een diverse reeks organismen in de vorm van grof houtachtig afval. Dood en ontbinding bevatten al leven, en vice versa. Hij legde deze verstrengeling vast door ons, de kijkers, deel te maken van die herkenning, verrast om op een levend stilleven te stuiten.